RVZ directeur Theo Hooghiemstra keert terug naar PBLQ

PBLQ heeft de gelederen versterkt met Theo Hooghiemstra, die de overstap maakt van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ), waar hij leiding gaf aan de organisatie. Hooghiemstra is bij het bureau uit Den Haag benoemd tot Principal Consultant.

Tussen 2007 en 2012 werkte Theo Hooghiemstra zeven jaar als organisatieadviseur voor PBLQ. In zijn laatste rol was hij Managementteam-lid van PBLQ voor de sector Onderwijs, Cultuur, Welzijn en Zorg. Daarvoor was Hooghiemstra Manager Juridische Zaken bij het Nationaal ICT Instituut in de Zorg (NICTIZ), juridisch beleidsadviseur bij het College Bescherming Persoonsgegevens en onderzoeker bij de Universiteit Twente, waar hij verbonden was aan de vakgroep wijsbegeerte. Hij studeerde Bestuurskunde aan de Universiteit Twente en Rechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit (specialisatie gezondheidsrecht).

In november 2012 verruilde hij zijn functie bij PBLQ om aan de slag voor de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ). Hij volgde Pieter Vos op, die met pensioen is gegaan. Bij de RVZ gaf hij als directeur leiding aan de organisatie, daarnaast speelde hij een belangrijke rol bij de samenvoeging van de RVZ en de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (per 1 januari 2015 van kracht). Sindsdien zijn de twee adviesraden omgedoopt tot de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS).

Na ruim drie jaar bij de RVS maakt hij weer de omgekeerde weg en is hij afgelopen maand voor de tweede maal in zijn carrière in dienst getreden bij PBLQ. Hooghiemstra gaat een adviespraktijk ontwikkelen in lijn met zijn ervarings- en expertisegebied(en): privacy-, ICT- en gezondheidsrecht, identiteitsmanagement en strategisch bestuurlijke advisering. Hij wil zich onder andere inzetten voor vraagstukken rondom technologische ontwikkelingen, gezondheidszorg en de bescherming van persoonsgegevens. “Ontwikkelingen rondom technologie, zorg en privacy kunnen niet alleen overgelaten worden aan marktpartijen. De publiek verantwoordelijken zullen proactief moeten acteren”, aldus Hooghiemstra.